Een bijdrage van Marjolein Dobber (Vrije Universiteit Amsterdam en De Activiteit).
Chiel van der Veen had het in deze rubriek al over het belang van een wederkerige relatie tussen theorie en praktijk. Ik ben met hem eens dat het verstevigen van deze relatie van groot belang is, en denk dat de samenwerking tussen onderzoekers, leerkrachten, directies en nascholers rondom Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO) in dit opzicht gezien kan worden als een goed voorbeeld. Sinds oktober 2012 ben ik, naast mijn werk als onderzoeker en docent bij de afdeling Onderwijswetenschappen en Theoretische Pedagogiek van de Vrije Universiteit, ook werkzaam als onderzoeker en nascholer bij De Activiteit. Deze twee posities zorgen ervoor dat ik zelf mee kan werken aan het toepassen van theorie in de praktijk, maar ook aan het betrekken van de praktijk bij het verder ontwikkelen van de theorie. In dit artikel geef ik een beeld van een onderzoek waar ik op dit moment mee bezig ben.
De leidende activiteit voor kinderen in de bovenbouw van OGO is het doen van onderzoek. Kinderen komen zelf met vragen en gaan samen op zoek naar antwoorden, door middel van bronnenonderzoek, praktijkonderzoek en experimenteel onderzoek. Door zelf onderzoeksactiviteiten te ondernemen doen kinderen niet alleen kennis op, maar leren ze ook plannen, samenwerken, analyseren, schrijven, presenteren, kortom: worden ze onderzoeker. De rol van de leerkracht is hierbij cruciaal: hij of zij kiest voor een thema dat past binnen de belevingswereld van de kinderen, helpt bij het bepalen van een goede, interessante onderzoeksvraag, begeleidt groepjes kinderen tijdens het onderzoeksproces, houdt in de gaten of alle kinderen voldoende betrokken zijn bij de activiteiten en is bezig met beoordeling van de resultaten op allerlei gebieden.
Er is al veel onderzoek gedaan naar de opbrengsten van onderzoekend leren (onder andere door Wells) waaruit blijkt dat het leidt tot goede leeropbrengsten, zowel op het gebied van kennis als in termen van attitude, motivatie en vaardigheden. Bovendien zorgt het ervoor dat de verhoudingen tussen de leraar en leerlingen in de klas gelijkwaardiger worden: leerlingen zijn niet langer alleen de passieve ontvangers van kennis, maar doen actief mee in het proces van kennisverwerving.
Dit ‘dialogische’ onderzoeksproces wordt binnen het OGO al volop toegepast. Ik ben dan ook aan het onderzoeken op welke manier dit gedaan wordt op verschillende scholen en wat belangrijke voorwaarden zijn voor leerkrachten om zo’n onderzoeksproces te laten slagen. Door video-opnames in de klas te maken tijdens onderzoeksactiviteiten en interviews met de leerkrachten wil ik een beeld schetsen van ‘good practices’. Op basis van de resultaten van mijn onderzoek kunnen we leerkrachten die nog niet ervaren zijn in het begeleiden van onderzoekend leren beter helpen om dit goed op te zetten in de klas. Wanneer je hier zelf met onderzoekend leren in de klas bezig bent en meer informatie hierover wilt, of mee wilt doen aan het onderzoek, dan hoor ik het graag! Mijn mailadres is m.dobber(at)vu.nl.