Barendine Punt is leerkracht van groep 1/2 op basisschool Koningin Beatrix in Ouddorp. Zij doet verslag van het thema ‘Ik stuur je een kaartje’. Dit is haar vierde bericht over dit thema. Janneke Hagenaar werkt als nascholer bij De Activiteit. Janneke reageert op de beschrijvingen van Barendine.
Week 4: Op volle toeren!
Deze week is onze klas compleet: tot aan de kerstvakantie zijn we met z’n zessen. Heel eerlijk verdeelt: 3 meisjes, 3 jongens.
Op maandagochtend worden we bijgepraat door 3 meisjes uit groep 1B. Ze brengen ons verslag uit van het bezoek dat de postbode ‘met de fiets’ aan hun groep bracht. Ze zijn goed voorbereid. Gewapend met foto’s, tekst & poster beginnen ze aan hun presentatie. Best spannend! Maar wat doen ze hun best: geweldig!
De nieuw ingestroomde leerlingen maken hun brievenbus zodat ook die in ‘de paarse straat’ een plaatsje kan krijgen en in het spel gebruikt kan worden. Langzaam aan gaan we op volle toeren zodat een ieder op zijn tijd en wijze aan kan sluiten en zijn inbreng heeft in het thema.
Het ontwikkelverhaaltje:
- Manipulerend bezig zijn met het geld in de kassa
- Kaarten verkopen, maar daarbij nog vrij statisch op je plekje achter de kassa blijven staan en eigenlijk vooral op initiatief van de klant (de juf) actie ondernemen.
- Zelf de juf uitnodigen om een kaart te komen kopen: “juf winkel is open hoor!”
- Door een postbode jas en tas op te hangen in het postkantoor wordt er spontaan post bezorgd wanneer er geen klanten zijn in het postkantoor.
Het vervolg:
- Het betalen wordt steeds echter: 1 kaart = € 1,-
- Naar wie moet de post juf?
- De ‘sorteermachine’ (een rek met per vak een foto van een kind erop) wordt in het spel gebruikt.
- Vanuit de sorteermachine gaat de postbode zijn post in de juiste brievenbus bezorgen.
De volgende keer verder!
Het lukt me steeds beter mijn bedoelingen te bereiken binnen het spel van de kinderen. Het groepsplan, opgesteld m.b.v. de observatiemodellen uit HOREB, pak ik er nog even bij. Wat ga ik in het spel inbrengen de komende week?
- Spel. E specifieke vaardigheden. Doen alsof; schrijven met potlood en pen.
- Reken wiskunde. B Het leggen van relaties. 1 kaart = €1,- En als je nu ook een postzegel koopt? En wat kost een pakket? Is het een groot of een klein pakket? Zwaar of licht?
- Beeldend. De kaartenfabriek opent haar deuren. We gaan aan de slag met kerstkaarten zodat we een nieuwe & actuele impuls hebben voor de kaartverkoop.
Volgende week: Het ontwikkelverhaal in beeld!
Hallo Barendine,
Wat gaat dat snel!
Ik lees in je verhaal zoveel acties, de kinderen zijn net gestart en al volop aan het kijken, luisteren, handelen, spelen, leren en ontwikkelen. De basis is goed dat kan niet anders, de kinderen voelen zich veilig en op hun gemak in je groep. Je werkt goed samen met je collega’s, het groepsoverstijgend werken heeft veel voordelen, de moeite waard om dat vast te houden. En al lezend dacht ik aan een stuk dat ik laatst las over de relatie tussen en leren en ontwikkelen, want dat is volop aan de orde in je groep. Daarom een kort citaat.
Prof. Dr. Bert van Oers (2012) schrijft:
The Relationship Between Learning and Development
From the Vygotskian perspective, a mutual (dialectical) relationship between learning and development is assumed (Vygotsky 1978, chapter 6). Vygotskij summarises his point of view as follows: Learning is not development; however, properly organised learning results in mental development and sets in motion a variety of developmental processes that would be impossible apart from learning. Thus, learning is a necessary and universal aspect of the process of developing culturally organised, specifically human, psychological functions (Vygotsky 1978, p. 90).A number of conclusions can be drawn from this statement. First of all, for Vygotskij human development is synonymous with cultural development and – consequently – dependent on interactions with other cultural beings who can instigate and assist the processes of learning required for cultural development.
Therefore, in the same chapter Vygotskij also writes: Human learning presupposes a specific social nature and a process by which children grow into the intellectual life of those around them (p. 88). Without exaggeration this can be seen as one of the fundamental insights of Vygotskij, and he sometimes formulates it even more prominently as the general genetic law of cultural development: Every psychological function in the child appears twice, on two planes: first on the social and later on the psychological plane, that is to say: first as a function between people (as an interpsychological category), later as a function within the child (as a psychological category) (Vygotskij 1983, p. 145).
Succes Barendine, zet vooral goed in op de interacties tijdens de activiteiten geef ruimte aan de ideeën en de pogingen van de kinderen om mee te doen, dan komen we veel te weten over hun ontwikkeling en kunnen we goed aansluiten, een mooi vervolg inzetten. Kun je ons mee laten genieten van wat interactiemomenten?
Bron: Van Oers, B. (2012). Developmental Education: Foundations of a play-based curriculum. In B. van Oers (ed.), Developmental Education for young children. Concept, Practice, and Implementation (pp 13 – 25). Dordrecht: Springer.