Aukje Trotsenburg is leerkracht van groep 1/2 op basisschool De Avonturijn in Amsterdam. Zij doet verslag van het thema ‘Bakkerswinkel (met een twist)’. Dit is haar zesde bericht over dit thema. Mia Versteegen werkt als nascholer bij OnderwijsAdvies. Mia reageert op de beschrijvingen van Aukje.
Hoe de worst maar tot de negen kwam
Deze week hebben we een grafiek gemaakt over wat de kinderen het liefst op hun boterham eten. Op Google vond ik binnen een paar minuten bruikbare afbeeldingen van een pot pindakaas, een pot jam, een paar plakjes worst, verse aardbeien en een pak hagelslag.
Bij de introductie van deze foto’s in de kring, bleek weer eens wat een toer het voor de meeste van mijn kinderen is, begrippen met de juiste voorwerpen te verbinden. Ik hield de foto van de pot jam omhoog: men was het er roerend over eens dat dit een aardbeientaart zou kunnen zijn. Ik showde de pindakaas: dit bleek in eerste instantie een pot chocoladepasta te kunnen wezen.
Nadat we de juiste benamingen grondig hadden ingeslepen, plakte ik de foto’s naast elkaar onderop een flink ruitjespapier en deelde ik de stembiljetten uit. Opnieuw met dank aan het internet, hadden ze de vorm van piepkleine boterhammetjes. Het stemmen kon beginnen: elk om de beurt konden de kinderen Laten weten welk beleg ze het lekkerst vonden. En na enig focussen (de kaas en de vruchtenhagel waren ook lekker, maar deden vandaag niet mee), konden we zelfs serieus beginnen.
De plakken worst namen onmiddellijk zelfverzekerd de leiding. De eerste vijf stembiljetten moest ik eerlijkheidshalve boven de foto van deze delicatesse plakken. De kinderen hadden dolle pret en zaten “worst, worst’, te scanderen. Mijn grafiek echter, ontwikkelde zich wel heel eenzijdig. Ik werd onmiddellijk ongerust dat niemand iets zou leren (een beroepsdeformatie). Behalve dan misschien tellen. Wat natuurlijk ook belangrijk is in een kleutergroep. Ik had het dus zo kunnen laten. Maar vandaag wilde ik iets anders en ik besliste dus binnen de seconde dat het tijd was voor een ingreep.
Ik begon voor me uit te mompelen: “ Die aardbeienjam ziet er ook wel lekker uit”. En “Ik moet niet vergeten nieuwe pindakaas te kopen, want ik geloof dat mijn pot weer bijna leeg is…”. Uiteindelijk kreeg de worst toch een glorieuze negen punten en de andere soorten beleg scoorden matig. Steeds noteerde ik in de linker kolom het getal dat bij het bereikte aantal boterhammetjes hoorde.
Pas op weg naar huis bedacht ik, dat het wel heel jammer was dat we daarbij bij de 9 waren blijven steken. Het wonder van de 10, die twee cijfers nodig heeft, wilde ik toch nog wel graag tonen. Ik moest dus een vervolglesje bedenken waarin de worst alsnog 10 of 11 stemmen zou krijgen. Zodra ik een moment zou vinden, zou ikzelf mijn stem uitbrengen. Daarna zou ik misschien collega’s of moeders in het complot betrekken. Al was ik vegetariër. Het was nu aan de worst om de basisprincipes van het tientallig stelsel te demonstreren.
Wat een betrokkenheid! En spelenderwijs leren ze zo allerlei rekenbegrippen als meer, minder, veel, weinig, evenveel en de getallen. Maar ook Taal! Wat rekenen is vooral ook heel veel taal. Binnen deze activiteiten kan je ook goed differentiëren. Kortom veel mooie momenten om van te genieten. Veel succes en vooral veel plezier de laatste weken. We wachten op het eindfeest wat in de laatste week van het schooljaar zal plaatsvinden.